Vul een zoekwoord in:

Cobouw 10 februari 2016 - Patroonkunstenaar

Onder de intrigerende titel "Het Zinderend Oppervlak" presenteerde TUD-docent en architect Koen Mulder een monumentaal meesterwerk over metselwerk als compositiegereedschap voor de ontwerper. Het is een uitgave met poëtische teksten over afwijkende moiré-patronen en optische illusies maar vooral vol geniaal getekende en berekende metselwerkpatronen. Met een aan transcendentaal idealisme grenzende gedrevenheid wordt een op het oog eenvoudige stapeling herleid tot een magistrale uiting van kunstzinnigheid: patroonkunst.

Zoveel genialiteit brengt de jurist in mij op de regeling van het intellectuele eigendomsrecht en dan met name het auteursrecht. Dit recht omvat het uitsluitend recht van de maker van een werk (tekst, compositie, tekening, ontwerp e.d.) om dit openbaar te maken of te verveelvoudigen. In de kern is het auteursrecht dan ook een verbodsrecht, hoewel in de praktijk het betalen van een billijke vergoeding meestal tot toestemming leidt. Het auteursrecht beschermt dus de maker van een werk, maar het beschermde werk zelf heeft soms de creatieve inspanning van een ander nodig om waarneembaar te worden. De componist heeft de musicus nodig, de tekstschrijver een zanger of acteur en de architect….. (?).

Om deze creatieve inspanningen van de uitvoerende kunstenaar te beschermen is er sinds 1993 een wettelijke regeling van 'naburige rechten'. Deze bescherming lijkt inhoudelijk op die van het auteursrecht van de maker, vandaar de term "naburig". Kern is dat een open omschreven groep van uitvoerende kunstenaars ook zelf rechten heeft. Kort samengevat: het auteursrecht beschermt de maker van een werk en het naburige recht beschermt de kunstige uitvoerder.

Wie het boek van Koen Mulder heeft gelezen vraagt zich af hoe dat eigenlijk zit met de vakbekwame realisatie van patronen met baksteen. De metselaar als uitvoerend kunstenaar met een eigen naburig recht. Wie had dat ooit kunnen bedenken? 

lees de column op de site van Cobouw