Vul een zoekwoord in:

EIB:  Nieuwbouw staat voor periode van ‘bouwdip’

02-02-2024

Volgens de nieuwste studie van het Economisch Instituut Bouw (EIB) zakt in 2024 de bouwproductie met 3,5%. De woning- en utiliteitsbouwproductie dalen met 4% maar de grootste klap zal zich bij de productie van nieuwe woningen voordoen: -11 %. Dat leidt in 2024 en 2025 tot zo'n 12.000 banen minder. Voor de middellange termijn is het EIB minder somber.

De dip in de woningbouwproductie is negatief nieuws voor de bouwsector en bijzonder vreemd in het licht van de grote woningnood. Die lijkt voorlopig voort te duren gegeven een daling van het aantal afgegeven bouwvergunningen in 2022 en 2023 en de oplopende doorlooptijden van woningnieuwbouwprojecten.

Het aantal gereedmeldingen valt in 2024 dan ook terug naar 60.000 woningen. Wat het EIB betreft is er maar één effectieve manier om de woningbouw echt vooruit te helpen: een stevige verandering in de ruimtelijke ordening met (ook) wat vaker (nieuw)bouwen langs randen van dorpen en steden (het ‘straatje erbij’)

Het jaar 2025 is wat EIB betreft een overgangsjaar met een bescheiden productiegroei, waarbij de woningnieuwbouw de belangrijkste groeisector zal zijn. Redenen zijn een gematigde economische groei en stabiel tot licht dalende rentes. Dat is dan overigens wel een herstel van een sterk verlaagd productieniveau (het EIB noemt 15% onder het 2022-niveau). Ook in de nieuwbouw van kantoren en onderwijsgebouwen ziet het EIB de komende twee jaar groei. Na 2025 verwacht het EIB een productiegroei van 2 procent per jaar. Dat komt mede door een toenemende vraag vanuit de verduurzamingsopgave.

Van 2026 tot en met 2028 noemt het EIB de vooruitzichten gunstiger. Dan kan de productie met 2,5% per jaar groeien en is deze goed verspreid over woningbouw, utiliteitsbouw en infra. De vergunningverlening voor woningen kan dan ook weer aantrekken tot zo'n 75.000 per jaar en het aantal opgeleverde woningen kan dan boven de 72.000 uitkomen.

Terugkijkend op 2023 heeft het EIB een gematigd positief beeld met de woningnieuwbouw als negatieve uitzondering. De totale bouwsector steeg met 1,5%, met name door de gww-sector onder invloed van de energietransitie. Als enige hoofdsector kromp de woningnieuwbouw, hoewel niet onverwacht gezien de dalende vergunningverlening in 2022. De nieuwbouwproductie kromp 7%. Gelijktijdig groeide herstel en verbouw van bestaande woningen met 6,5%. Verduurzaming van bestaande woningen was de motor van deze groei.