Met de jaarwisseling ging Nederland gebukt onder extreme wateroverlast. Hemel- en rivierwater teisterden menig huis en ondergelopen kelders, ingezakte daken en ondergelopen tuinen waren het resultaat. Ook op andere wijzen kunnen woningeigenaren met klimaatrisico’s te maken krijgen. Denk aan langdurige droogte, verzengende hitte of extreme kou. Het kan leiden tot funderingsschade, schade aan gevels en daken of andere ellende, fysiek en ook financieel. Vraag is of dit soort risico’s wel in de waarde van gebouwen zijn in geprijsd. Onderzoek toont aan dat het grote publiek zelfs geen enkel benul heeft van de gebouw-impact van klimaatrisico’s.
De toezichthouder op onze financiën, AFM, heeft hierover een opvatting en bepleit een klimaatlabel. Het ziet meerwaarde in het overzichtelijk en gestandaardiseerd bieden van betrouwbare informatie over concrete, gebouwgebonden klimaatrisico’s. Zo’n klimaatlabel bevordert de bewustwording en maakt onderlinge vergelijkingen tussen gebouwen beter mogelijk. De AFM haalt hiervoor inspiratie uit het verplichte energielabel. Dit label geeft op een duidelijke en eenduidige wijze inzicht in het gebouwgebonden energieverbruik. Het wordt door deskundigen betrokken in de gebouwkeuring, in de gebouwtaxatie en in de uiteindelijke gebouwfinanciering.
Toch moet worden opgepast ook voor gebouwgebonden klimaatrisico’s naar het middel van een label te grijpen. Het gebouwgebonden energieverbruik is individueel beïnvloedbaar: met investeringen in PV-panelen of isolatie is het energieverbruik te sturen. Uit perspectief van gebouweigenaren gaat het bij klimaatrisico’s echter om afhankelijkheden van anderen. Denk aan bijvoorbeeld (grond-)waterbeheer of de openbare inrichting. Het ontstaan van klimaatrisico’s is daarmee niet individueel te beïnvloeden. Ook zijn de gevolgen van die risico’s (zoals schade aan funderingen) niet individueel te ontlopen en horen deze niet thuis in de risicosfeer van eigenaren van bestaande gebouwen. Voor nieuwbouw zou dat anders kunnen liggen, hoewel door woningnood de vrijheidsgraden beperkt zijn.
Duidelijk is wel dat klimaatrisico’s steeds bepalender worden voor de waarde van onroerend goed. Wat is de locatie, zijn klimaat-robuuste bouwmaterialen gebruikt, zijn er voorzorgsmaatregelen getroffen? Dat de huizen vroeger figuurlijk onder water stonden en nu letterlijk is nog geen reden om de gevolgen van collectieve klimaatrisico’s via een klimaatlabel individueel te maken.
Mr Ewald L.J. van Hal
Directeur vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek, namens NVTB