De energie die tijdens de productie van keramische producten wordt gebruikt, wordt voornamelijk gebruikt voor het vormen, drogen en bakken. Door het bakproces wordt van plastische klei vaste keramiek gemaakt en daardoor gaan de producten uitzonderlijk lang mee. Aangezien de energiekosten een belangrijk onderdeel van de totale productiekosten vormen (tot 30%), heeft de keramische industrie haar energiegebruik altijd nauwgezet gevolgd en geoptimaliseerd. Ecologie en economie zijn vaak aan elkaar gekoppeld en de keramische industrie heeft niet gewacht met investeren in een efficiënter energiegebruik totdat er wetgeving werd ingevoerd. De energie-efficiëncy van de sector (in energiegebruik per ton product) is daardoor al vroeg op een hoog niveau gebracht.
In alle fabrieken wordt tegenwoordig aardgas gebruikt, al tientallen jaren een gegarandeerde aanvoer met een constante kwaliteit waarmee de productieprocessen heel precies en energiezuinig kunnen worden ingeregeld. Het (fossiele) aardgas produceert de minste koolstofdioxide (CO2) (namelijk 57 kg CO2/GJ) vergeleken met andere fossiele brandstoffen, maar helaas nog steeds fossiel. De sector onderzoekt collectief de vervanging van aardgas door andere duurzame alternatieven.
De voortdurende modernisering van de productiemiddelen heeft bijgedragen aan een substantiële vermindering van het energiegebruik. Vooral de grootschalige overgang van vlamovens naar tunnelovens in de vorige eeuw heeft geleid tot een enorme vermindering van het energiegebruik. Dat komt niet alleen door het lagere energiegebruik van deze ovens, maar vooral ook door de verregaande mate van automatisering die deze technologie toestaat. Hierbij speelt naast de baktechniek en het type oven vooral ook het hergebruik van warme lucht uit het stookproces naar het droogproces een belangrijke rol.
Bij de productie van baksteen was er in 1975 gemiddeld nog 230 m3 aardgas per 1000 waalformaat stenen nodig, in 1998 was dat gedaald tot circa 125 m3. In lijn met de Meerjarenafspraken (MJA) van 1993 t/m 2020 met het Ministerie van Economische Zaken werd de energie-efficiency van de sector steeds verder verbeterd.
Resultaten MJA
In 30 jaar tijd daalde het energiegebruik in de fijn- en grofkeramische industrie met resp. 25% en 30%. Voor de grofkeramische industrie is in 2020 de totale energie-efficiency verbeterd met 17,7% ten opzichte van het referentiejaar 2005. Voor de fijnkeramische industrie is in 2020 de totale energie-efficiency verbeterd met 15,3% ten opzichte van referentiejaar 2005. Zie voor meer informatie over de resultaten op de website van RVO.
Zandbranden met minder energie
Bij de baksteenproductie wordt zand gebruikt om de vormeling makkelijk te lossen. Dat zand wordt in de fabriek gedroogd in een roterende trommeldroger die met aardgas wordt verhit. Onderzoek in 2021 toont aan dat het zandbranden met minder energie en eventueel ook groenere energiebronnen kan gebeuren.