Video: boswachter over reliëfvolgend ontkleien
Natte winning
De in Nederland meest gebruikte klei is afkomstig uit de uiterwaarden van de grote rivieren (natte winning). In het voorjaar, als veel smeltwater uit de bergen naar de lage landen wordt gevoerd, overstromen de buitendijkse gebieden langs de rivier. Steeds opnieuw zet zich daar een laagje klei af. De Nederlandse keramische industrie is sinds mensenheugenis verbonden met het rivierenlandschap en gaat er als gebruiker en bewoner in harmonie mee om. Het ruimtebeslag van de industrie in de uiterwaarden is inmiddels beperkt; circa 250 ha voor de productielocaties en zo'n 100 ha voor de kleiwinning, oftewel circa 1% van het totale uiterwaardengebied.
De winning van klei is letterlijk een oppervlakte-delfstofwinning. Na het weghalen van de bovenste laag (waarin te veel organische materialen als planten en wortels zitten) wordt niet meer dan 1,5 á 2 meter afgegraven. Daarna is iedere inrichting realiseerbaar, afhankelijk van de nabestemming. In vroegere tijdens was dat vrijwel altijd een agrarische. In de wintermaanden overstroomden de uiterwaarden en in de zomer graasden er de koeien. Tegenwoordig is dat anders. Zie hiervoor de informatie onder 'vorming nieuwe natuur'.
Droge winning
Daar waar klei uit groeves (droge winning) afkomstig is, wordt door de fabrikanten in de (fijn)keramische industrie van de grondstofleveranciers een milieuherstelplan verlangt voor na de exploitatieperiode. Op die wijze wordt invloed uitgeoefend op een verantwoorde grondstofwinning in de keten.
Secondaire winningen
De voor de productie noodzakelijke klei komt grotendeels vrij bij doelbewuste (primaire) winningen. De baksteenindustrie is echter ook geïnteresseerd in de hoogwaardige kleien die als bijproduct bij infrastructurele werken vrijkomt. Men doet er alles aan hierin samenwerking te vinden met aannemers en overheden met als doel verspilling van kostbare grondstoffen te voorkomen.