Dilateren van metselwerk is feitelijk niet anders dan het maken van een esthetisch acceptabele scheur in metselwerk op een plaats waar natuurlijke scheurvorming wordt verwacht. Blootstelling aan weersinvloeden zoals regen, sneeuw, wind en zon zorgen voor vervorming van het metselwerk waardoor scheurvorming kan ontstaan. Zo kan de temperatuur in de winter dalen tot ca. -20°C en stijgen tot ca. 70°C. Hierdoor kan een verschil in lengte ontstaan die kan oplopen tot ca. 6 a 7 mm per 10 m metselwerklengte/hoogte. Afhankelijk van factoren zoals krimp/uitzetting en belemmeringen in vervorming kan de maximale toelaatbare trekspanning worden overschreden en scheurvorming ontstaan.
De keuze voor overspanningsconstructies ter plaatse van ramen en deuren is direct van invloed op het ontstaan van trekkrachten in metselwerk.
Deze kunnen uiteindelijk leiden tot ongewenste scheurvorming. Metselwerkondersteuningen die onvoldoende sterk, stijf of stabiel zijn gekozen, kunnen het dilateren van metselwerk noodzakelijk maken. Richtlijnen voor het opstellen van een ‘scheurenvrij’ metselwerk kunnen worden teruggevonden in de CUR-Aanbevelingen 71 en -82 of in de publicatie ‘Ontwerpen met dilataties’ van KNB.
En zie het webinar 'Dilateren van baksteenmetselwerk'.